Veel gestelde vragen

Wanneer wordt mijn woning gesloopt?

Het slopen en nieuwbouwen van de genoemde woningen gebeurt in fasen. Hiervoor is een planning gemaakt. Ver van tevoren wordt aangegeven als een woning gesloopt moet worden. De bewonersconsulent neemt daarna contact op met de betreffende huurder. Tijdens een keukentafelgesprek komt aan de orde hoe het traject van sloop en nieuwbouw eruit ziet en welke vergoedingen van toepassing zijn.

 

Sloopbesluit

Nog niet voor alle woningen die gesloopt en nieuwgebouwd zullen worden is een sloopbesluit genomen. Een sloopbesluit is een officieel, juridisch moment waarop de Raad van Toezicht toestemming geeft voor het slopen van de woningen. Dat gebeurt minimaal 12 maanden voordat de woningen daadwerkelijk gesloopt worden, maar liever niet eerder dan 18 maanden voordat dit gebeurt. Op het moment dat er een sloopbesluit is genomen hebben huurders recht op het volledige pakket van Regelingen en vergoedingen zoals dat er op het moment van het nemen van een sloopbesluit ligt.

 

Er is (nog) geen sloopbesluit genomen voor mijn woning. Heb ik dan recht op vergoedingen?

Dat er geen sloopbesluit is genomen betekent echter niet dat de woning niet gesloopt wordt of dat de huurder geen recht heeft op vergoedingen. Wanneer er nog geen sloopbesluit is genomen, maar de woning zit wel in de versterkingsopgave, dan heeft deze huurder recht op vergoedingen wanneer zijn woning in de eerstvolgende fase zit. Dit noemen we de vroege-vogel-regeling.

Een vroege vogel heeft recht op een groot aantal van de regelingen en vergoedingen die ook gelden voor de huurders van de fase woningen waarvoor het laatst een sloopbesluit is genomen. Het is daarom niet nodig om het sloopbesluit voor de woning af te wachten als er sowieso al verhuisplannen zijn. We adviseren om in dat geval contact op te nemen met de bewonersconsulent om de persoonlijke situatie te bespreken.

 

Ik wil graag terugkeren naar (ongeveer) dezelfde plek nadat mijn woning is gesloopt en nieuwgebouwd, kan dat?

Ja, de huurder heeft er recht op om ongeveer naar dezelfde plek terug te keren. We zeggen ‘ongeveer’ omdat het kan voorkomen dat de nieuwe woning bijvoorbeeld iets van plek verandert door een wijziging in het stedenbouwkundigplan of omdat de woning die het beste past op een iets andere plek in de straat of wijk wordt gebouwd. In de voorbereiding van sloop en nieuwbouw wordt met de huurder besproken hoe hij/zij graag wil wonen en welk type woning + plek daar het beste bij passen.

 

Mijn woning wordt gesloopt. Krijg ik dan urgentie?

Als er een sloopbesluit is genomen dan krijgt de betreffende huurder sloopurgentie. Dat betekent dat hij/zij voorrang heeft op de wachtlijst van woningzoekenden voor een sociale huurwoning bij de eigen woningcorporatie. De Delthe heeft samen met de SUW, Marenland en Wierden en Borgen afspraken gemaakt waardoor de sloopurgentie ook geldig is bij deze woningcorporaties. De huurder moet dan wel ingeschreven staan bij de corporatie. Door deze regeling kan de huurder gemakkelijker verhuizen naar een woning van een andere corporatie of in een ander dorp als de huurder dat zou willen.

 

Ik wil niet naar een wisselwoning. Waar kan ik dan wonen?

De huurder mag ook zelf een onderkomen regelen. De huurder regelt dan alles zelf voor de gehele duur dat hij/zij een tijdelijke woning nodig heeft. Daarvoor ontvangt hij/zij een maandelijkse vergoeding voor de periode dat de woning gesloopt en nieuwgebouwd wordt.

Soms komt het ook voor dat de huurder gebruik kan maken van een andere woning van De Delthe. Dat kan bijvoorbeeld als een woning pas later gesloopt of versterkt wordt en tijdelijk leegstaat.

 

Ik regel zelf een tijdelijke woning. Waar heb ik dan recht op?

Als de huurder zelf een tijdelijke woning regelt dan ontvangt hij/zij een maandelijkse vergoeding. Deze vergoeding bedraagt 1.522,85 euro per maand. Voor dit bedrag moet hij/zij alles zelf regelen, van eventuele huur tot overige woonlasten zoals energie, water, internet, belastingen en verzekeringen.

De huurder ontvangt de vergoeding alleen voor de maanden waarin hij/zij ook echt een woning nodig heeft. Als de huurder eerder verhuist dan nodig is of als de huurder nog niet terugkeert na oplevering van de nieuwe woning, dan ontvangt hij/zij voor die periode geen vergoeding. Als de huurder besluit om zelf tijdelijke huisvesting te regelen, dan moet de huurder alles zelf regelen voor de gehele duur dat hij/zij tijdelijke huisvesting nodig heeft. Hij/zij kan dus niet later alsnog gebruik maken van een wisselwoning.